Behandeling rotator cuffscheur
Behandeling rotator cuffscheur
Behandeling
Een scheur zal niet vanzelf genezen, en wordt ook niet kleiner. De scheur kan soms lange tijd onveranderd blijven en veel mensen kunnen zich aanpassen zonder al te veel last. Op den duur wordt de scheur meestal groter door slijtage of door een plots trauma. Zeer grootte scheuren kunnen soms aanleiding geven tot arthrose van het schoudergewricht (slijtage van het kraakbeen).
Een operatie is zeker niet altijd nodig. Dit hangt af van een aantal factoren : pijn, krachtverlies, aktiviteit, leeftijd. Jonge en aktieve mensen die de schouder (zwaar) belasten zijn het best af met een operatief herstel. Voor wat oudere mensen met een stabiele scheur is een operatief herstel niet steeds nodig en soms zelfs niet mogelijk door de kwaliteit van de pees. Veel van deze scheuren door slijtage (degeneratieve scheuren) kunnen behandeld worden met oefentherapie, medicatie en eventueel infiltraties (cortisonen). Soms is een debridement aangewezen (propêr maken van de scheur).
Hechting van de pees
Indien een operatie aangewezen is kan er geopteerd worden voor een kijkoperatie (arthroscopie) of een open operatie. In beide gevallen moet de scheur worden proper gemaakt (gedebrideerd) en vervolgens moet de pees terug vastgemaakt worden op het bot van de bovenarm.
Meestal wordt in eerste instantie geopteerd voor een kijkoperatie, maar soms kan de chirurg beslissen om het herstel open te realizeren bv bij een grote scheur.
De pees wordt door middel van botankers terug bevestigd op het botuiteinde van de bovenarm. Deze ankers worden in het bot geplaatst en met de ankerdraden wordt de pees dan op het bot getrokken.
Proper maken van de peesscheur
Soms is een hechting van de pees niet nodig of niet mogelijk. De scheur kan dan worden proper gemaakt : losse flarden en ontstekingsweefsel wordt dan verijderd (debridement). Ook in dit geval kan een operatie helpen, vooral tegen de pijn.
In zeldzame gevallen wanneer de pijn en beperkingen erg belangrijk zijn en de pezen niet kunnen worden gehecht kan de beste oplossing het plaatsen zijn van een omgekeerde schouderprothese (zie arthrose van de schouder).
Na de ingreep
Na een arthroscopie kan u meestal de dag na de ingreep het ziekenhuis verlaten.
Na een debridement wordt een draagdoek aangemeten voor enkele dagen, maar mag snel gestart worden met oefentherapie, meestal onder begeleiding van een kinesist. De eerste 6 weken mag er geen kracht worden uitgeoefend.
Na een peeshechting wordt een draagdoek of abductiebrace aangemeten. Deze dienst gedurende 6 weken dag en nacht te worden gedragen. Tijdens deze periode mag u zelf de arm niet omhoog heffen of naar buiten draaien (geen actieve mobilisatie). Wel wordt er reeds na enkele dagen gestart met oefentherapie waarbij de arm steeds wordt ondersteund (passieve mobilisatie) onder begeleiding van een kinesist zodat de arm niet stijf wordt (ontstaan van een frozen shoulder). Na 6 weken mag u de arm zelfstandig heffen, maar pas na 3 maanden mag gestart worden met krachtoefeningen. De totale herstelperiode neemt meetsal zo’n 3 tot 6 maanden in beslag.