Behandeling malletvinger

Behandeling malletvinger

Behandeling

Indien er geen open wonde is en er geen afrukkingsfractuur is wordt zeer goed resultaat wordt behaald met het aanleggen van een kleine metalen splint die het tweede en derde kootje gestrekt houdt. Deze wordt aangelegd voor een duur van 6-8 weken. Daarna mag deze geleidelijk aan worden afgebouwd. Indien de afrukkingsfractuur klein is en in de spalk goed op zijn plaats wordt gehouden, is de behandeling zoals bovenstaand. Indien er een open wonde is, indien de afrukkingsfractuur niet kan worden gereponeerd (op zijn plaats gezet) of wanneer het letsel gedurende lange tijd bestaat, kan een ingreep aangewezen zijn.

Ingreep

Het laatste kootje van de vinger wordt met een pin volledig gestrekt op het tweede kootje gefixeerd, en de pees wordt zo nodig gehecht. Zo kan de pees genezen. Indien het gaat om een afrukkingsfractuur, wordt soms een extra pin geplaatst om het afgerukte deel van het bot op zijn plats te houden.

Na de ingreep

De pin zal gedurende 8 weken ter plaatse worden gelaten, waarna deze (eventueel onder lokale verdoving) wordt verwijderd. Ondanks goede operatieve of niet-operatieve behandeling bestaat de kans dat de pees niet goed heelt. Indien dit pijnlijk is wordt in zeldzame gevallen het laatste kootje definitief vestgemaakt op het tweede kootje (arthrodese).